Zwarthout - Shou Sugi Ban
Naast de duurzame eigenschappen van houten gevelbekleding is er nog een unieke manier om hout een geweldig uiterlijk te geven. Het kan volgens een eeuwenoude Japanse traditie in de oven gebrand worden. Hierdoor ontstaat een unieke koollaag waarin goed de textuur van het hout naar voren komt. Het proces is volledig gifvrij en uitermate milieuvriendelijk. De afwerking wordt vervolgens gedaan door middel van een natuurlijke olie, lak of hars die de stabiliteit aan de afwerking geeft en geeft het ook niet meer af.
“Zwarthout – hout zonder compromis, met een duurzaamheidsklasse I”
Vanwege de duurzame, dimensie stabiele basis van onder andere het Accoya® hout is dit een geweldige oplossing voor gevelbekleding. Accoya® kan, ook in combinatie met de behandeling van het branden, in Duurzaamheidsklasse I worden gezet. Hiermee verdient het de hoogste duurzaamheidsklasse die er is. Met een gegarandeerde garantie van minstens 50 jaar op het hout.
Japanse traditie
Shou Sugi Ban (‘gebrande cipres’) is een traditionele Japanse techniek waarbij naaldhout aan één zijde wordt gebrand. Van oudsher deed men dit door drie planken tot een schoorsteen samen te binden en onderin een vuurtje te stoken. De oorspronkelijke reden voor het branden was, ironisch genoeg, brandpreventie. Japanse huizen waren veelal van hout, en in de dorpen en steden was men beducht voor brand. Door de geveldelen vooraf te schroeien, ontstond een brandvertragende koollaag. Deze fraaie zwarte laag bood bovendien een goede bescherming tegen ongedierte en schimmels. De huizen hoefden ook niet meer te worden geschilderd. De eeuwenoude techniek van Shou Sugi Ban wordt in Japan nog altijd toegepast. Niet alleen in traditionele gebouwen, maar ook in moderne gebouwen ontworpen door bekende architecten zoals Terunobu Fujimori. Zwarthout | Shou Sugi Ban heeft de schoonheid van dit prachtige zwart gebrande hout naar het Europese continent gebracht.
Woodstoxx, Gent
Fotograaf: Cafeine
Huis bekleed met Marugame
Architect: Florent Pasquier Architecte Fotograaf: Maxime Gautier